ZOETERMEER - Bijstandsgerechtigden worden door de sociale dienst niet goed behandeld. De communicatie met hen is niet volledig en de werkomstandigheden zijn verre van optimaal.
Dit stelt de CU/SGP, die hierover schriftelijke vragen aan het college heeft gesteld. December vorig jaar werden ongeveer honderd Zoetermeerders opgeroepen een contract te ondertekenen. Tijdens het gesprek over de uitleg van het werk werd druk ervaren om het contract te tekenen. Daarbij werden er ‘verbaal minachtende opmerkingen’ gemaakt over de eventuele gevolgen van het niet tekenen, aldus de CU/SGP. „De contracten moesten direct worden getekend, zonder dat de mensen deze mochten lezen,’’ zegt fractievoorzitter Helen du Bois. „Daarbij werden zij onbehoorlijk bejegend, zoals: ‘Als je niet gaat, dan word je gekort op uitkering.’ De arbo-omstandigheden waren ook meer dan slecht. Tegen mensen met een GGD-verklaring werd gezegd: ‘Daar hebben wij niks mee te maken.’ Kinderopvang? De gemeente schakelde gastouders in. Maar je ‘dumpt’ je kind toch ook niet bij een wildvreemde?’’

De cliënten zijn zeer tevreden over hun werk bij SWAN/Workstar, het bedrijf dat ze voorbereidt op terugkeer naar de reguliere arbeidsmarkt, zegt Du Bois. „Dat is ook niet het probleem. Het probleem ligt bij de sociale dienst. Die maakt mensen murw, wantrouwend.”

De Nota Re-integratie 2008-2010 wordt hierdoor niet nageleefd, meent Du Bois. „Dit is een heel andere invulling.’’

Volgens wethouder Edo Haan (PvdA, sociale zaken) is er slechts een geval bekend van onheuse bejegening. In haar beantwoording stelt het college dat er sprake is van een ‘zorgvuldige procedure’. „De aangeboden werkzaamheden passen naar onze mening geheel binnen de vastgestelde beleidsvisie.’’

AD Haagsche Courant – Celine Timmerman – maandag 10 maart 2008