Beantwoording vragen verkeersonveiligheid

vrijdag 21 december 2007 21:22

Beantwoording van de schriftelijke vragen van de ChristenUnie-SGP fractie over verkeersonveiligheid (brom)fietskruising Derde Stationsstraat.

Vraag 1
Is het College op de hoogte van het artikel uit het Algemeen Dagblad, editie Zoetermeer, van 20 november waarin de top 10 verkeersonveilige kruisingen in Zoetermeer worden opgesomd?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Kan het College aangeven of de feiten die hier genoemd worden juist zijn. Zo niet, waarom niet?

Antwoord 2
De feiten zijn deels juist. De Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat hanteert andere normen t.a.v. het bepalen of een kruispunt op een black-spot lijst thuishoort. De officiële definitie gaat uit van minstens zes letselongevallen binnen drie aaneengesloten jaren. Het in het krantenartikel genoemde kruispunt op de Afrikaweg voldoet niet aan die definitie.

Vraag 3
(Brom)fietsers zijn kwetsbaar in het verkeer. Is het College het met ons eens dat de verkeersveiligheid, in het bijzonder voor langzaam verkeer zoals (brom)fietsers, gegarandeerd moet worden door preventieve maatregelen.

Antwoord 3
(Brom)fietsers zijn kwetsbaar in het verkeer. Door het al decennia lang consequent toepassen van verkeersveiligheidbeleid gebeuren er in Zoetermeer erg weinig ongevallen. Het zo veel mogelijk scheiden van verschillende verkeersstromen, het aanleggen van vrijliggende fietspaden, rotondes, 30-km zones enz. hebben sterk bijgedragen aan de verkeersveiligheid. Dit beleid wordt voortdurend naar de laatste inzichten aangepast. Een garantie op veiligheid bieden is niet mogelijk.

Vraag 4
De kruising Derde Stationsstraat-Tintlaan is de eerste kruising uit het lijstje waarbij snel- en langzaam verkeer elkaar kruist en dus van een heel andere orde dan snel-snel verkeer. Is het College het met ons eens dat qua risico dit kruispunt eigenlijk als gevaarlijkste op 1 had moeten staan, zeker nu het als blackspot is benoemd? Zo nee waarom niet?

Antwoord 4
Nee. Zoetermeer is een verkeersveilige stad. Slechts enkele kruispunten komen in aanmerking voor het predicaat black-spot. Ze voldoen maar net aan de definitie. Door het geringe aantal ongevallen kan één ongeval meer of minder betekenen dat een kruising wel of niet op die lijst staat. Daarbij blijft uiteraard overeind dat ieder ongeval er één teveel is.

Vraag 5
De (brom)fietskruising Derde Stationsstraat-Tintlaan is benoemd tot blackspot omdat er de laatste drie jaar jaarlijks meer dan zes letselongevallen zijn gebeurd. Graag een overzicht bij hoeveel % van de letselongevallen een kind of jongere betrokken is geweest.

Antwoord 5
(De in de vraag genoemde definitie van een black-spot is niet correct; zie antwoord 2)
Ongevallenoverzicht 2004
16/04 16.40 uur  auto en fiets (18 jaar; licht gewond)
02/08 07.20 uur  auto en fiets (26 jaar, licht gewond; ehbo toegediend)
16/11 12.00 uur  auto en fiets (70 jaar; niet gewond) automobilist had gedronken

Ongevallenoverzicht 2005
20/04 09.55 uur  auto en bromfiets (16 jaar, niet gewond)
15/11 09.35 uur  auto en fiets (16 jaar, niet gewond)

Ongevallenoverzicht 2006
19/01 16.20 uur  auto en fiets (18 jaar; gewond)
21/03 09.25 uur  auto en fiets (12 jaar; licht gewond)
09/06 13.55 uur  auto en fiets (14 jaar; licht gewond)
24/08 16.03 uur  bestelauto en fiets (16 jaar; licht gewond)
11/10 08.45 uur  auto en fiets (leeftijd onbekend; niet gewond)

Ongevallenoverzicht 2007
30/06 16.40 uur  auto en fiets (leeftijd onbekend; licht gewond)
04/10 tijd ?? uur auto en fiets (leeftijd onbekend; licht gewond)

- In alle gevallen verleende de auto geen voorrang
- Alleen de leeftijd van de (brom)fietser is genoemd

Vraag 6
Welke maatregelen zijn er de laatste vier jaar getroffen m.b.t. de kruising Derde Stationsstraat-Tintlaan om de verkeersveiligheid voor (brom)fietsers te verbeteren en garanderen?

Antwoord 6
Geen.

Vraag 7
N.a.v. ons onderzoek indertijd werd aangegeven dat “bijna” ongelukken, in ieder geval waarbij langzaam verkeer betrokken is, niet werden geregistreerd en dus niet aangepakt kon worden. Heeft het College deze mening nog steeds. Zo ja waarom? Indien er inmiddels wel beleid hiervoor is, kan dan aangegeven waar dit beleid uit bestaat?

Antwoord 7
Het is onmogelijk om bijna ongelukken te registreren. Het beoordelen of een kruising onveilig is gebeurt via een analyse van de verkeersongevallencijfers, binnengekomen klachten en opmerkingen van bewoners en politie en waarnemingen van medewerkers van de hoofdafdeling Ruimte. In de afgelopen jaren zijn er diverse meldingen van bewoners binnengekomen.

Vraag 8
Gebleken is dat nog steeds de kruising Derde Stationsstraat-Tintlaan gevaarlijk is, vooral voor langzaam verkeer. Wat zijn de maatregelen die het College, binnen afzienbare tijd, neemt om de verkeersveiligheid voor (brom)fietsers te garanderen.

Antwoord 8
Het aantal ongevallen is sterk wisselend, waarbij vooral 2006 er opvallend negatief uitsprong. Het college heeft in middels besloten de kruising op te voeren in het uitvoeringsprogramma NOta Mobiliteit Zoetermeer (NMZ), jaarschijf 2008. Hierin is geld gereserveerd voor een studie naar het verbeteren van de verkeersveiligheid en de mogelijk daaruit voortvloeiende maatregelen.

Vastgesteld in de vergadering van 18 december 2007.

de secretaris,   de burgemeester,

(drs. J. Dijkstra)   (drs. J.B. Waaijer)

« Terug

Archief > 2007 > december

Geen berichten gevonden