Nonchelance van wethouder Be Emmens mbt de antwoorden op onze vragen over Second Life

woensdag 28 maart 2007 08:00

Digitaal ontving onze fractie gisteren in de loop van de dag eindelijk de antwoorden (zie hieronder) op de vragen die wij het College stelden mbt Second Life, NADAT wij een samenvatting hiervan in het AD van gisteren lazen. Wij hebben over deze gang van zaken gisteravond vragen gesteld aan wethouder Be Emmens.
Terwijl de vragen vorige week dinsdag al klaar waren heeft de wethouder niet de politieke gevoeligheid gehad zorg te dragen dat deze vragen tijdig bij de Raad terechtkwamen. En dit terwijl Klaas Schra juist met Be Emmens samen tot 3 x toe de afgelopen week te horen en te zien waren in de radio- en TV uitzendingen van de RTV West en Radio 1.

Van diverse kanten krijgen wij inmiddels steunbetuigingen. Zowel mbt de gevaren tav verslavingen als het feit dat belastinggeld gebruikt wordt voor dit soort activiteiten. Zo laat de poll bij het AD zien dat de lezers slechts voor 18% het zien zitten dat de gemeente Zoetermeer participeert in Second Life.


Wij zullen ons nog beraden over een inhoudelijke reactie op de antwoorden van het College.

Beantwoording van de schriftelijke vragen van de ChristenUnie-SGP-fractie over
Zoetermeer in Second Life

Vraag 1
Is het college (inmiddels) bekend met de vele risico’s die spelen op Second Life met zich mee kunnen brengen? Wij noemen hier game-, gok- en seksverslaving. Is het college het met ons eens dat het college hier gelegenheid toe geeft? Zo nee, waarom niet?
 
Antwoord 1
Het college was zich met het nemen van het besluit bewust van de aanwezigheid van bovengenoemde zaken. Het college is het echter niet eens met de stelling dat het hiertoe gelegenheid geeft door actief te zijn in Second Life. De gok en sekspraktijken worden dan ook afgekeurd in het virtuele Zoetermeer en er wordt geen gelegenheid gegeven aan organisaties die dergelijke zaken propageren om zich in het virtuele Zoetermeer te vestigen. Bovendien zijn de genoemde zaken ook aanwezig op  het internet. Door het hebben van een gemeentelijke website stimuleert het college de burger echter niet in een gok- of seksverslaving. Second Life kan ook geen gameverslaving voortbrengen omdat de ‘speler’ geen opdrachten heeft. Het kan wel een vorm van vrijetijdsbesteding zijn zoals het lezen van een boek of het kijken van tv.

 
Vraag 2
In deze virtuele wereld kunnen mensen deze zelfbedachte personages seks laten hebben met andere personages, waaronder kinderen. Deelnemers kunnen zich voordoen als kind, wat kan leiden tot virtuele kinderporno, hetgeen strafbaar is. Daarnaast kan dit ook drempelverlagend werken voor daadwerkelijk fysiek misbruik van kinderen. Amusement zoals dit, hoewel niet levensecht, is verwerpelijk. Het Openbaar Ministerie wil een proefproces om tot een uitspraak van de rechter te komen. Is het college het met ons eens dat het college hiermee de gelegenheid geeft tot mogelijk strafbaar gedrag?
 
Antwoord 2
Nee: Uiteraard distantieert het college zich van verwerpelijk gedrag zoals kindermisbruik. De aanwezigheid van Zoetermeer in Second Life zet hier echter niet toe aan. In het virtuele Zoetermeer worden dergelijke praktijken niet getolereerd. Deze praktijken zijn overigens alleen mogelijk indien de pleger rechten heeft om te bouwen in het virtuele Zoetermeer. Degenen die deze rechten hebben zijn bekend bij de gemeente door middel van een intakegesprek. Mogelijke plegers van dergelijke praktijken in het virtuele Zoetermeer zijn hierdoor altijd te achterhalen.

 
Vraag 3
De fractie ChristenUnie-SGP vindt de risico’s die het college hiermee neemt in strijd met de openbare orde of goede zeden. In ieder geval is de grens van het toelaatbare ruimschoots overschreden en achten wij inmenging van ‘gemeente Zoetermeer’ in Second Life niet verantwoord. Daarnaast is er ons inziens een reële kans dat het imago van de ‘gemeente Zoetermeer’ wordt aangetast door deze deelname. Kan het college deze mening delen? Zo nee, graag uitgebreid beargumenteerd waarom niet.
 
Antwoord 3
Nee: Zoals te lezen in de antwoorden op vraag één en twee is het college niet van mening dat het met deelname aan Second Life de grens van het ontoelaatbare overschrijdt. Zoetermeer heeft een imago als ICT-stad en als stad van de leisure. Door als eerste gemeente in Second Life actief te zijn wordt dit ICT-imago alleen maar verder versterkt. Bovendien wordt in Second Life de mogelijkheid geboden aan de leisurepartijen om zich met de gemeente te presenteren in het virtuele Zoetermeer, wat wederom imagoversterkend werkt. Door een goede realisatie van het virtuele Zoetermeer zal het imago van Zoetermeer als ondernemende stad alleen maar verder versterkt worden. Dit vertaalt zich momenteel al in een groot aantal positieve reacties en de eerste bedrijven die interesse hebben om een vestiging in het virtuele Zoetermeer te openen.
 

Vraag 4
Is het juist dat het Digitale Stadhuis een pilot-project van 1 jaar is en dat dit € 25.000 gemeenschapsgeld kost? Hoeveel kost dit project incl. personeels- en overige kosten? Onder welk budget valt dit? Graag zouden wij verdere relevante informatie over dit project willen ontvangen. Ter vergelijking: hoeveel kosten andere ICT-pilotprojecten voor een periode van ongeveer 1 jaar?
Antwoord 4
Het pilotproject Zoetermeer in Second Life duurt inderdaad 1 jaar. Hiervoor is € 25.000 gereserveerd binnen het budget van het programma Zoetermeer ICT-Stad. Dit budget dekt reeds de personeels- en overige kosten. De raad wordt op de hoogte gehouden van de voortgang van dit project.  Voor een vergelijking met andere ICT-pilotprojecten verwijzen wij u naar de stukken van het programma Zoetermeer ICT-Stad.
 

Vraag 5
Kan het college uitleg geven wat de afwegingen zijn geweest om voor een investering van het Digitaal Stadhuis te kiezen? Welke doelgroepen uit de Zoetermeerse samenleving had het college hierbij in gedachte?

Antwoord 5
Het stadhuis is het boegbeeld van Zoetermeer. Hier kan men terecht voor informatie over de stad. Dit zal ook het geval zijn in het virtuele Zoetermeer. De doelgroep hiervoor is de gehele Zoetermeerse samenleving. Circa 90% van de Zoetermeerse bevolking heeft toegang tot het internet en potentieel dus tot het virtuele Zoetermeer. Bovendien kan de gemeente in het virtuele stadhuis de mogelijkheden verkennen van een nieuwe vorm van interactie met haar burgers.


Vastgesteld in de vergadering van 20 maart 2007.
de secretaris,                           de burgemeester,




(drs. J. Dijkstra)           (drs. J.B. Waaijer)


« Terug

Archief > 2007 > maart

Geen berichten gevonden