Nonchelance van wethouder Be Emmens mbt de antwoorden op onze vragen over Second Life
Digitaal ontving onze fractie gisteren in de loop van de dag eindelijk de antwoorden (zie hieronder) op de vragen die wij het College stelden mbt Second Life, NADAT wij een samenvatting hiervan in het AD van gisteren lazen. Wij hebben over deze gang van zaken gisteravond vragen gesteld aan wethouder Be Emmens.
Terwijl de vragen vorige week dinsdag al klaar waren heeft de wethouder niet de politieke gevoeligheid gehad zorg te dragen dat deze vragen tijdig bij de Raad terechtkwamen. En dit terwijl Klaas Schra juist met Be Emmens samen tot 3 x toe de afgelopen week te horen en te zien waren in de radio- en TV uitzendingen van de RTV West en Radio 1.
Van diverse kanten krijgen wij inmiddels steunbetuigingen. Zowel
mbt de gevaren tav verslavingen als het feit dat belastinggeld
gebruikt wordt voor dit soort activiteiten. Zo laat de poll bij het
AD zien dat de lezers slechts voor 18% het zien zitten dat de
gemeente Zoetermeer participeert in Second Life.
Wij zullen ons nog beraden over een inhoudelijke reactie op de
antwoorden van het College.
Beantwoording van de schriftelijke vragen van de
ChristenUnie-SGP-fractie over
Zoetermeer in Second Life
Vraag 1
Is het college (inmiddels) bekend met de vele risico’s die
spelen op Second Life met zich mee kunnen brengen? Wij noemen hier
game-, gok- en seksverslaving. Is het college het met ons eens dat
het college hier gelegenheid toe geeft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Het college was zich met het nemen van het besluit bewust van de
aanwezigheid van bovengenoemde zaken. Het college is het echter
niet eens met de stelling dat het hiertoe gelegenheid geeft door
actief te zijn in Second Life. De gok en sekspraktijken worden dan
ook afgekeurd in het virtuele Zoetermeer en er wordt geen
gelegenheid gegeven aan organisaties die dergelijke zaken
propageren om zich in het virtuele Zoetermeer te vestigen.
Bovendien zijn de genoemde zaken ook aanwezig op het
internet. Door het hebben van een gemeentelijke website stimuleert
het college de burger echter niet in een gok- of seksverslaving.
Second Life kan ook geen gameverslaving voortbrengen omdat de
‘speler’ geen opdrachten heeft. Het kan wel een vorm
van vrijetijdsbesteding zijn zoals het lezen van een boek of het
kijken van tv.
Vraag 2
In deze virtuele wereld kunnen mensen deze zelfbedachte personages
seks laten hebben met andere personages, waaronder kinderen.
Deelnemers kunnen zich voordoen als kind, wat kan leiden tot
virtuele kinderporno, hetgeen strafbaar is. Daarnaast kan dit ook
drempelverlagend werken voor daadwerkelijk fysiek misbruik van
kinderen. Amusement zoals dit, hoewel niet levensecht, is
verwerpelijk. Het Openbaar Ministerie wil een proefproces om tot
een uitspraak van de rechter te komen. Is het college het met ons
eens dat het college hiermee de gelegenheid geeft tot mogelijk
strafbaar gedrag?
Antwoord 2
Nee: Uiteraard distantieert het college zich van verwerpelijk
gedrag zoals kindermisbruik. De aanwezigheid van Zoetermeer in
Second Life zet hier echter niet toe aan. In het virtuele
Zoetermeer worden dergelijke praktijken niet getolereerd. Deze
praktijken zijn overigens alleen mogelijk indien de pleger rechten
heeft om te bouwen in het virtuele Zoetermeer. Degenen die deze
rechten hebben zijn bekend bij de gemeente door middel van een
intakegesprek. Mogelijke plegers van dergelijke praktijken in het
virtuele Zoetermeer zijn hierdoor altijd te achterhalen.
Vraag 3
De fractie ChristenUnie-SGP vindt de risico’s die het college
hiermee neemt in strijd met de openbare orde of goede zeden. In
ieder geval is de grens van het toelaatbare ruimschoots
overschreden en achten wij inmenging van ‘gemeente
Zoetermeer’ in Second Life niet verantwoord. Daarnaast is er
ons inziens een reële kans dat het imago van de
‘gemeente Zoetermeer’ wordt aangetast door deze
deelname. Kan het college deze mening delen? Zo nee, graag
uitgebreid beargumenteerd waarom niet.
Antwoord 3
Nee: Zoals te lezen in de antwoorden op vraag één en
twee is het college niet van mening dat het met deelname aan Second
Life de grens van het ontoelaatbare overschrijdt. Zoetermeer heeft
een imago als ICT-stad en als stad van de leisure. Door als eerste
gemeente in Second Life actief te zijn wordt dit ICT-imago alleen
maar verder versterkt. Bovendien wordt in Second Life de
mogelijkheid geboden aan de leisurepartijen om zich met de gemeente
te presenteren in het virtuele Zoetermeer, wat wederom
imagoversterkend werkt. Door een goede realisatie van het virtuele
Zoetermeer zal het imago van Zoetermeer als ondernemende stad
alleen maar verder versterkt worden. Dit vertaalt zich momenteel al
in een groot aantal positieve reacties en de eerste bedrijven die
interesse hebben om een vestiging in het virtuele Zoetermeer te
openen.
Vraag 4
Is het juist dat het Digitale Stadhuis een pilot-project van 1 jaar
is en dat dit € 25.000 gemeenschapsgeld kost? Hoeveel kost dit
project incl. personeels- en overige kosten? Onder welk budget valt
dit? Graag zouden wij verdere relevante informatie over dit project
willen ontvangen. Ter vergelijking: hoeveel kosten andere
ICT-pilotprojecten voor een periode van ongeveer 1 jaar?
Antwoord 4
Het pilotproject Zoetermeer in Second Life duurt inderdaad 1 jaar.
Hiervoor is € 25.000 gereserveerd binnen het budget van het
programma Zoetermeer ICT-Stad. Dit budget dekt reeds de personeels-
en overige kosten. De raad wordt op de hoogte gehouden van de
voortgang van dit project. Voor een vergelijking met andere
ICT-pilotprojecten verwijzen wij u naar de stukken van het
programma Zoetermeer ICT-Stad.
Vraag 5
Kan het college uitleg geven wat de afwegingen zijn geweest om voor
een investering van het Digitaal Stadhuis te kiezen? Welke
doelgroepen uit de Zoetermeerse samenleving had het college hierbij
in gedachte?
Antwoord 5
Het stadhuis is het boegbeeld van Zoetermeer. Hier kan men terecht
voor informatie over de stad. Dit zal ook het geval zijn in het
virtuele Zoetermeer. De doelgroep hiervoor is de gehele
Zoetermeerse samenleving. Circa 90% van de Zoetermeerse bevolking
heeft toegang tot het internet en potentieel dus tot het virtuele
Zoetermeer. Bovendien kan de gemeente in het virtuele stadhuis de
mogelijkheden verkennen van een nieuwe vorm van interactie met haar
burgers.
Vastgesteld in de vergadering van 20 maart 2007.
de
secretaris,
de burgemeester,
(drs. J. Dijkstra)
(drs. J.B. Waaijer)