Tekst: Francijn Brouwer
Zoetermeer heeft sinds 1988 een eigen ziekenhuis: het LangeLand Ziekenhuis. Vorige maand bestond het 35 jaar. En als Zoetermeerders zijn we blij met onze eigen voorzieningen, zo dichtbij en volwaardig.
Toch is er in die 35 jaar altijd discussie geweest. Over het aantal bedden, over de omzet, over fusies. De zorg in Nederland kraakt in z’n voegen en samenwerking is het antwoord op veel vragen.
De afgelopen tien jaar waren vol van opgestarte en mislukte samenwerkingsvormen. Het initiatief lag altijd bij de zorgverzekeraars, de banken en de zorginstellingen zelf. Het gemeentebestuur zet alles op alles om invloed te hebben, maar de werkelijkheid is vaak dat we met de vuist op tafel slaan en toch met lege handen staan.
In januari heeft de gemeenteraad een groots opgezet rondetafelgesprek gehad met landelijke, regionale en lokale experts, om te praten over de ontwikkelingen in de ziekenhuiszorg en de invloed die je daar als stad, als politiek op hebt. Dat het taaie kost is, was maar al te duidelijk, al viel er veel te leren over hoe processen lopen.
De laatste ontwikkeling is, dat ons ziekenhuis vanaf 1 juni HagaZiekenhuis Zoetermeer heet, omdat het onderdeel wordt van het topklinische ziekenhuis HagaZiekenhuis. Ik denk niet dat Zoetermeerders kunnen afleren om LangeLand te zeggen, en van mij hoeft dat ook niet.
Wat ik wel graag wil, is dat ons ziekenhuis zo volwaardig blijft als het is. Specialistische operaties bij elkaar zetten - oké. Multitraumapatienten met de helikopter in Den Haag afzetten - prima. Maar Zoetermeer is veel te groot om geen eigen afdeling verloskunde te hebben - en de A12 hoeft geen verloskamer te worden.
We hebben vaak gedacht: “Nu breekt er een periode van rust aan voor het ziekenhuis”, maar nu denk ik: we moeten altijd alert blijven, altijd in gesprek blijven.