In dat debat gaf burgemeester Waaijer aan dat hij uit het veld geen enkel signaal had gekregen over problemen die een blowverbod rechtvaardigen. Gelukkig hebben wij geleerd dat je in de politiek geduldig moet zijn, want tijdens het voorjaarsdebat, vlak na de verkiezingen, diende de nieuwe coalitiepartij LHN een motie in die breed gesteund werd, waarin hij pleitte voor een blowverbod op schoolpleinen.

En een motie van de raad, die wordt natuurlijk uitgevoerd. Dus kwam het college vorige maand met een voorstel tot wijziging van de APV. Daarin werd onder andere voorgesteld om het college de mogelijkheid te geven een blowverbod in te stellen in "door het college aan te wijzen gebieden". Deze brede formulering streek D66 tegen de haren in, en zo kwamen zij met een amendement (wijzigingsvoorstel) om het verbod te beperken tot alle schoolpleinen.

Het komische gevolg was, dat de uitwerking daarvan verstrekkender was dan het oorspronkelijke voorstel, waarin namelijk geen enkel gebied permanent werd aangewezen, maar slechts de mogelijkheid werd geboden om gebieden aan te wijzen. En daar kon een flink deel van de raad weer niet mee uit de voeten. Een schorsing volgde, en het amendement van D66 werd aangepast. Wat overbleef was de toevoeging "waar sprake is van overlast".

Dus het college heeft, nu het voorstel inclusief amendement is aangenomen door de raad, de bevoegdheid om waar nodig een blowverbod in te stellen om overlast te voorkomen. De aanpak is zo gelijkgetrokken met die van het alcoholverbod.
En zo zien we gebeuren dat onze oude wens wordt vervuld, via een omweg langs LHN en D66. Een balletje kan raar rollen.