Dhr Ramnas benadrukte dat de maatschappelijke werkelijkheid in Nederland aan het veranderen is: we raken gewend aan de huidige spanning tussen bepaalde bevolkingsgroepen. Hierop moeten we alert zijn en met elkaar in gesprek blijven.
Dhr. Engbertsen vond het beleid in Zoetermeer er goed uitzien en zijn conclusie was dat de sociale problematiek rond integratie in Zoetermeer, vergeleken met het landelijk beeld, beperkt is.
De conclusie van dhr. Wilde was dat bij het inburgeren een harde en een zachte lijn kunnen worden gevolgd. Beide lijnen hebben plus- en minpunten.

Een aantal deelnemers had de indruk dat integratie voor autochtonen een groter probleem is dan voor allochtonen. Integratie moet van twee kanten komen; men moet over en weer kennis hebben van de verschillende culturen.

De commissieleden hebben tijdens deze themabijeenkomst de afspraak gemaakt om de conclusies in de commissie samenleving begin 2009 aan de orde te stellen. Dit is gebeurd tijdens de bijeenkomst van de commissie Samenleving op 13 januari.

Eerst kreeg een inspreker het woord die een pleidooi hield voor het beleggen van meer avonden over het onderwerp ‘integratie’. Daarna werden de actiepunten uit de vergadering van 14 oktober 2008 besproken door de verschillende fracties. Hieronder deze punten kort belicht.

 Komen tot een integraal achterstandsbeleid waarin alle groepen met achterstand bij de samenleving betrokken worden. Conclusie: dit beleid wordt reeds in de praktijk gebracht.
Enkele voorbeelden:
Stichting Piëzo die in 3 wijken een Piëzocentrum heeft, richt zich op de emancipatie van allochtone vrouwen en meisjes, vooral op moslim-vrouwen en -meisjes.
Zoetermeer vindt dat het werknemersbestand bij de overheid en in het bedrijfsleven een afspiegeling moet zijn van haar inwoners. Daarom bevordert de gemeente diversiteitbeleid en sluit daarvoor convenanten af.
Zoetermeer heeft de zgn. Zoetermeerpas voor burgers met een laag inkomen.

 Allochtonen meer bij de integratie betrekken:
Voorbeeld:
Zoetermeer is één van de 21 Antillianen-gemeenten en heeft een eigen Antillianen-beleid
Zoetermeer streeft ernaar dat allochtonen de Nederlandse taal leren

 Onderwijs meer betrekken bij integratiebeleid
Voorbeeld:
De Brede school in de gemeente is op dit punt reeds erg actief

 De termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ zouden moeten worden afgeschaft.
Het afschaffen van deze termen heeft tot gevolg dat er weer andere termen voor in de plaats moeten komen.
Voorwaarde voor beleidsvorming is immers hantering van een adequate terminologie.

Aan het eind van de bespreking werd nog eens onderstreept dat er in Zoetermeer veel aan integratie gedaan wordt, en dat in de beleidsvorming en -uitvoering aandacht geschonken wordt aan pluriformiteit van onze stad. De fractie van ChristenUnie-SGP is het hiermee eens maar zal wel de vinger aan de pols houden. 
 

Willy Bij de Vaate-Sterk