Beantwoording schriftelijke vragen CU-SGP over de problemen met de huishoudelijke hulp (WMO)

Schriftelijke vragenwoensdag 16 april 2008 11:24

75% van de herindicaties gebeurt telefonisch. Kwetsbare ouderen (80-plussers) overzien niet altijd de consequenties. Schaamte over de achteruitgang van hun gezondheid en het niet durven vragen om meer hulp speelt een rol. Maar ook klagen doen ze niet snel.



De 2e Kamer heeft staatssecretaris Bussemaker opgeroepen in te grijpen nav de rapportage van het meldpunt Herindicatie Thuiszorg. Het bleek dat de thuiszorg voor ouderen dramatisch is verslechterd. Landelijk blijkt 70% van de klagers ontevreden te zijn over de (telefonische) indicatie; 80% van de klagende ouderen geeft aan na de herindicatie niet meer thuis te kunnen blijven wonen door gebrek aan noodzakelijke zorg. De staatsecretaris vindt het “duidelijk ontoelaatbaar”. Ze beraadt zich op verdere acties (Nederlands Dagblad 2.04.08).

Tijdens de Rondvraag van de commissie Samenleving van 15 april vroegen we de wethouder onderzoek te doen naar de klanttevredenheid bij 80-plussers over de telefonische herindicatie en hierover te overleggen met de WMO-Raad. Voor de zomer start namelijk dit onderzoek. Maar helaas kwam het niet tot een concrete toezegging van de wethouder. Bij de behandeling van de WMO-Nota Mee Doen in Zoetermeer (20 mei en 23 juni) zullen wij hierop terugkomen.

Hieronder de antwoorden van onze gestelde vragen.

Onderwerp: problemen huishoudelijke hulp
 
Geacht college,

De afgelopen dagen deden zich een aantal ontwikkelingen voor op het gebied van de Thuiszorg:
1. de Staatssecretaris constateerde dat er in 2007 € 200 miljoen van het budget (1/5e deel) voor de zorg van huishoudelijke hulp in het huishouden niet is besteed. Zij laat onderzoeken hoe dat kan
2. de Staatssecretaris een dringend oproep heeft gedaan aan gemeenten en thuiszorginstellingen in probleemgebieden de overeenkomsten te herzien
3. de Staatssecretaris meldde dat er grote fouten worden gemaakt bij de telefonische beoordeling van de hulp aan cliënten (de zogenaamde herindicaties)

De fractie van de ChristenUnie-SGP heeft de volgende vragen aan het College:

1. Is het College het met ons eens dat wij in Zoetermeer kunnen spreken van grote problemen ivm het niet (tijdig) kunnen leveren van alle (kwalitatieve) huishoudelijke hulp in de thuiszorg aan geïndiceerde burgers en de (financiële) problemen van thuiszorgorganisaties en hun personeel?

Antwoord vraag 1:
Neen, ruim 90% van alle hulp wordt op tijd geleverd en is van goede kwaliteit. Er is nog sprake van een wachtlijst bij enkele thuiszorgorganisaties. De Vierstroomzorgring heeft toegezegd eind maart 2008 de wachtlijsten te hebben weggewerkt. De zorgaanbieder Vierstroomzorgring heeft maatregelen genomen om de financiële problemen aan te pakken. De zorgaanbieder Meavita heeft aangegeven binnen de vestiging Zoetermeer geen financiële  knelpunten te hebben. Groot Rijnland/Activite en CCC/Take Good Care hebben aangegeven op dit moment gen financiële problemen te hebben.

2. Behoort Zoetermeer ook tot de gemeenten die ongeveer 1/5 van haar budget van 2007 voor huishoudelijke hulp in de thuiszorg niet heeft uitgegeven? Zo niet, wat is dan ongeveer het percentage van het budget dat overblijft?

Antwoord vraag 2:
Neen, de gemeente Zoetermeer houdt ongeveer € 500.000 over op het budget huishoudelijke voorzieningen over 2007. Dit is circa 7% van het budget.

3. Is de gemeente bereid dit resterende bedrag uit 2007 in 2008 alsnog te gebruiken voor de zorg?

Antwoord vraag 3:
Neen, wij verwachten met het budget voor 2008 aan de zorgvraag te kunnen voldoen.

4. Het niet leveren van alle geïndiceerde (kwalitatieve) huishoudelijke hulp duurt al vele maanden. Een structurele oplossing op korte termijn is noodzakelijk. Is het College bereid, om net als in Noord-Holland, op zeer korte termijn met de Thuiszorginstellingen in gesprek te gaan over de mogelijkheden van het herzien van de bestaande contracten?

Antwoord vraag 4:
De wethouder heeft recentelijk bestuurlijk overleg met alle vijf zorgaanbieders gehad. Tijdens die overleggen zijn opnieuw afspraken gemaakt over de tijdige levering van zorg. Herziening van bestaande contracten is niet aan de orde. Dit zou ten koste gaan van de zorgverlening die er nu is. Daarnaast is de gemeente bezig met het contracteren van enkele extra aanbieders voor 2008. De voorbereidingen voor de aanbesteding 2009 zijn ambtelijk van start gegaan. Op 24 april 2008 wordt u in een aparte bijeenkomst geïnformeerd over de verschillende mogelijkheden van aanbesteden bij de WMO en over de kwaliteitscriteria die de gemeente in het bestek wil gaan opnemen.


5. Een deel van de herindicaties vindt telefonische plaats. Inmiddels is landelijk geconstateerd dat hierbij grote fouten worden gemaakt. Onze fractie wil graag weten of dit ook in Zoetermeer het geval is. Daarnaast hoe het College controleert dat de kwaliteit van deze herindicaties goed is, vooral bij (hoog)bejaarden, die mogelijk beginnend dementerend zijn. Het melden van klachten door deze doelgroep is een niet reële verwachting.

Antwoord vraag 5:

De verhouding is ongeveer 75% telefonisch en 25% een huisbezoek. Klanten ouder dan 80 die al bekend waren vanuit de WVG hebben een telefonische indicatie geregen. Alle personen waarbij aan de hand van het dossier nog vragen rezen, of die niet goed bekend waren bij het WMO-team, hebben een huisbezoek gehad. Wij vinden dit een correcte wijze van herindiceren en de uitkomsten zoals vermeld in de 4e kwartaalrapportage WMO bevestigen onze mening.

6. Het blijkt dat cliënten van de VierstroomZorgring nauwelijks werden geïnformeerd over de ontwikkelingen die voor de zorgverlening aan de cliënt van belang waren (vertrek vaste hulp, minder of geen hulp, ander type hulp). Vaak werd van de hulp zelf vernomen wat de stand van zaken was. Wij gaan er vanuit dat over informatie en communicatie (kwaliteits) contractafspraken zijn gemaakt met de aanbieders. Kan het College aangeven wat hiermee gedaan wordt?

Antwoord vraag 6:

De zorgaanbieder die wijzigingen in zijn personeelsbeleid doorvoert, is zelf verantwoordelijk om haar klanten over de gevolgen daarvan te informeren. Op het moment dat de besluitvorming over de personele veranderingen was afgerond heeft Vierstroomzorgring haar klanten geïnformeerd. Zij heeft dit in overleg met de gemeente gedaan. Dat neemt niet weg dat klanten daarvoor al geruchten over ontslagen hebben gehoord zonder dat nog duidelijk was wat er ging veranderen. Dat daardoor onrust is ontstaan betreuren wij. De gemeente heeft in de week van 17 maart jl. een brief gestuurd naar alle klanten met een indicatie voor huishoudelijke verzorging om hen uitleg te geven over het ontstane zorgtekort en de maatregelen die zijn genomen om de problemen op te lossen.

Helen du Bois

« Terug

Archief > 2008 > april

Geen berichten gevonden