Schriftelijke vragen en antwoorden inzake drugsdealen aan minderjarigen (CU-SGP)

maandag 19 juni 2006 21:09

Op 14 augustus 2006 heeft de ChristenUnie-SGP, ondertekend door mevrouw H. du Bois, schriftelijke vragen gesteld aan het college van B&W, naar aanleiding van een bericht in de Haagsche Courant van 12 augustus over een arrestatie inzake drugsdealen aan minderjarigen.

Vraag 1:
Welk beleid wordt in Zoetermeer gevoerd om drugsdealen te voorkomen en in samenwerking met welke partners gebeurt dit? 

Antwoord 1.
In Zoetermeer wordt het zogenaamde ‘Bussumse’ model gehanteerd waar het om het gedogen van de verkoop van softdrugs gaat. Dit houdt in dat er sprake is van één gedoogpunt voor de verkoop van softdrugs en dat dit gedoogpunt is ondergebracht in een stichting, onder verantwoordelijkheid van de Stichting Jongerenwerk Zoetermeer (SJZ). Dit verkooppunt is in Zoetermeer momenteel gelegen bij het ‘Cultuurpodium de Boerderij’ en bevindt zich in het Klein Café / CASA. Het gedoogpunt bestaat sinds 1990. De bedoeling was om bij wijze van experiment te laten zien dat de handel in softdrugs kan worden beheerst en gereguleerd door het toestaan van gecontroleerde verkoop. De gemeenteraad heeft in 1991 ingestemd met voortzetting van het experiment. Hiermee is een begin gemaakt met het gemeentelijke coffeeshopbeleid. In 1993 heeft het Centrum Verslavingszorg Zeestraat in een evaluatie geconcludeerd dat het gevoerde beleid heeft bijgedragen aan de beheersbaarheid van de verkoop van softdrugs.

Kenmerkend voor het verkooppunt is dat de fysiek gescheiden is van het café, om een duidelijk onderscheid te maken tussen alcoholgebruik en drugsgebruik. Voorts wordt de verkoop van softdrugs alleen gedoogd zolang voldaan wordt aan de AHOJG-criteria. De AHOJG-criteria staan voor het verbieden van affichering, harddrugs, overlast, jongeren onder 18 jaar en verkoop van grotere hoeveelheden dan 5 gram per transactie.

In het kader van het project Veilig Stappen houdt de politie minimaal één maal per maand een Veilig Stappenactie. Dit betekent dat extra politie wordt ingezet in het uitgaansgebied. De acties vinden plaats op een willekeurig gekozen zaterdag. Het aanhouden van drugsdealers hoort hier als vanzelfsprekend bij.
Ten slotte kent Zoetermeer een structureel overleg tussen Zoetermeerse horecaportiers en de politie. Duidelijke afspraken over hoe portiers dienen te handelen bij verschillende strafbare feiten in en rond de horecagelegenheden komen een efficiënte aanpak van uitgaanscriminaliteit ten goede. Ook hierbij komt drugsgerelateerde criminaliteit aan de orde.

Vraag 2:
Kan het college aangeven hoeveel aanhoudingen er zijn geweest in 2004, 2005 en 2006 tot nu toe met betrekking tot zowel meerderjarigen als minderjarigen, met een uitsplitsing in soft- en harddrugs? Zowel dealers als kopers.

Antwoord 2.
In de Opiumwet wordt gewerkt met twee lijsten verdovende stoffen. In lijst I staan vermeld die stoffen die aangemerkt kunnen worden als harddrugs (heroïne, cocaïne e.d) en in lijst II staan vermeld die stoffen die onder andere aangemerkt kunnen worden als softdrugs (hasjiesj, hennep). De politie heeft in de periode 2004 tot heden 257 verdachten aangehouden inzake drugsgerelateerde zaken. Deze aanhoudingen zijn verricht op basis van bezit van verdovende middelen, en niet op basis van een onderscheid tussen dealen en gebruik.

  2004 2005 2006
(tot heden)
Minderjarig (lijst I) 2 6 0
Meerderjarig (lijst I) 64 60 15
Minderjarig (lijst II) 1 1 0
Meerderjarig (lijst II) 21 34 54


                                                          
Wanneer deze aantallen beschouwd worden blijkt duidelijk dat drugsgerelateerde
aanhoudingen onder minderjarigen slechts zeer zelden voorkomen.
Wel moet een voorbehoud gemaakt worden voor het feit dat de politie een terughoudend beleid voert voor het aanhouden van minderjarige verdachten. Minderjarige verdachten worden meestal ontboden door de politie, zodat ze niet direct de justitiële molen in komen. Hiermee wordt de jeugd in bescherming genomen en kan zo mogelijk voorkomen worden dat jongeren te snel een strafblad krijgen. Nadrukkelijk moet hierbij vermeld worden dat dit alleen geldt voor kleinere vergrijpen (o.a. HALT-delicten). Drugshandel valt hierbuiten, en ook minderjarige drugsdealers zullen als verdachten aangehouden worden.
De arrestatie waar het artikel in de Haagsche Courant op doelt betreft lopende onderzoeken van de politie naar een tweetal panden in Zoetermeer van waaruit door zowel minderjarigen als door meerderjarigen aan minderjarigen drugs zijn verhandeld. De politie geeft aan dat dit om een uitzonderlijke situatie gaat waar de politie bovenop zit. Hierbij zullen minderjarige verdachten berecht worden.
Het college wil overigens continue weten of cijfers overeenstemmen met de werkelijkheid. In de terugkoppeling met de schoolagenten en met de wijkagenten zal regelmatig aandacht worden besteed aan het thema drugs onder jongeren.

Vraag 3:
Is het college het met de ChristenUnie-SGP eens dat het gebruik van drugs in vele van bovenstaande situaties leidt tot ernstige schade aan de gezondheid, in het bijzonder verslavingen in de hand werkt? En dat jongeren tot 23 jaar hierbij een kwetsbare groep is?

Antwoord 3.

Het college is het met de ChristenUnie-SGP eens dat het gebruik van drugs schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid van gebruikers. De gevolgen worden verhevigd door het verslavende karakter van bepaalde stoffen. Ook is het college het met de ChristenUnie-SGP eens dat jongeren een kwetsbare groep vormen, die gevoelig is voor groepsdruk. Jongeren dienen volgens het college dan ook met nadruk bekend gemaakt te worden met de risico’s van (overmatig) druggebruik.

Vraag 4:
Welk beleid wordt er door Zoetermeer gevoerd om verslavingen in het algemeen en soft- en harddrugs in het bijzonder, te bestrijden en te ontmoedigen? Kan een uitsplitsing gemaakt worden met betrekking tot de jongeren onder 23 jaar? Is dit beleid effectief?

Antwoord 4.

Het preventiebeleid van Zoetermeer is erop gericht met name jongeren bekend te maken met de risico’s die voortvloeien uit het (overmatig) gebruik van genotmiddelen en gokken. Het beleid wordt uitgevoerd door de GGD en Parnassia Verslavingszorg. Jaarlijks worden cursussen en/of trainingen gegeven aan beroepskrachten (jongerenwerkers, intern leerlingbegeleiders) en vrijwilligers, die in Zoetermeer werkzaam zijn met jongeren. Daarnaast wordt voorlichting gegeven. Voorlichtingmateriaal wordt aangeboden bij het JIP, bij infohoeken VO, bij de bibliotheken en bij jongerencentra en jaarlijks worden enkele voorlichtingsbijeenkomsten gehouden voor jongeren (via de scholen) en voor ouders. Op scholen voor VO worden door Parnassia gastlessen gegeven. Resultaat hiervan is dat meer jongeren zich melden bij Parnassia in verband met verslavingsproblematiek. De door Parnassia uitgevoerde preventie richt zich tevens op bezoekers van (dance-)party’s en popevenementen, op allochtone zelforganisaties en op cliënten van de eerste lijn gezondheidszorg (thuiszorg, maatschappelijk werk en huisartsen).

Vraag 5:
Welke andere organisaties houden zich in Zoetermeer bezig met verslavingsbeleid? Wat is hun beleid en is dit beleid effectief?

Antwoord 5.
Verslavingsbeleid in Zoetermeer wordt uitgevoerd door Parnassia (zowel preventie als zorg) en GGD. Parnassia wordt gefinancierd door centrumgemeente Den Haag voor werkzaamheden (onder andere) in Zoetermeer. Er zijn instellingen (scholen) die van andere voorzieningen op het gebied van verslavingspreventie/-voorlichting gebruik willen maken. Zij maken daar zelfstandig afspraken mee. Tot de mogelijkheden behoren Stichting de Hoop en Stichting Voorkom.

In Zoetermeer zijn verder meerdere instanties die zich bezig houden met verslavingen in het algemeen en soft- en harddrugs in het bijzonder. Enkele instanties, waaronder het JIP en Bureau Jeugdzorg, richten zich specifiek op jongeren tot 25 jaar.

Verslavingszorg MFE Zoetermeer

Bij Verslavingszorg MFE (Multi Functionele Eenheid) Zoetermeer kan iedereen vanaf 12 jaar terecht met vragen en advies over alcohol, drugs, gokken en medicijnen. Alle informatie en adviezen zijn gratis, ook indien men voor meerdere gesprekken komt. 

JIP (Jongeren Informatiepunt) Zoetermeer

Het JIP verschaft informatie aan jongeren over verslavingsproblemen, en heeft een adviserende rol aan jongeren.

Bureau Jeugdzorg

Bureau Jeugdzorg verschaft informatie over verslavingsproblemen, en verwijst hulpbehoevenden door naar verslavingszorg (MFE en Parnassia) indien nodig.

Vastgesteld in de vergadering van 19 september 2006,

de secretaris,                           de burgemeester,

 

(drs. J. Dijkstra)                       (drs. J.B. Waaijer)

« Terug

Archief > 2006 > juni

Geen berichten gevonden